Door Bart Carlier
Zo luidt de slogan van de ‘alternatieve klimaattop’ die van 8 tot 11 december plaatsvindt in Lima. Middenveldorganisaties van over de hele wereld zullen samenkomen in de Peruaanse hoofdstad voor een open dialoog over de klimaatverandering, iets waar de ontransparante officiële COP20 nauwelijks in slaagt.
Door Bart Carlier
Van 1 tot 12 december verzamelen delegaties van 195 landen in de Peruaanse hoofdstad Lima voor de twintigste klimaatconferentie COP20. Op het programma: de uitwerking van een nieuw klimaatverdrag dat in 2015 in Parijs moet worden goedgekeurd. Van 8 tot 11 december is er ook de Cumbre de los Pueblos frente al cambio climático, een alternatieve klimaattop waarbij het volledige internationale middenveld, inclusief CATAPA, samenkomt via nevenactiviteiten, debatten en infostands.
Van 23 tot 25 oktober kwamen sociale bewegingen, instellingen en individuele burgers samen in Celendín, Peru, voor een brede volksbijeenkomst (Cumbre de los pueblos Cajamarca) over klimaatverandering, extractivisme en de verdediging van het milieu. Hieronder volgt de Nederlandstalige versie van de Verklaring van Celendín.
“VERANDER HET SYSTEEM EN VERDEDIG ONZE TERRITORIA, HET LEVEN EN MOEDER AARDE, BOUWEND AAN HET BUEN VIVIR (‘GOED LEVEN’)”
“Majaz, los guardianes del agua" (“Majaz, de bewakers van het water”), is een beklijvende reportage (verspreid door Telesur), die het verhaal vertelt van de strijd rond de Río Blanco - case in Noord-Peru.
Het conflict rond het geplande mijnbouwproject Rio Blanco in het Noorden van Peru (de centrale casus van de internationale ‘no-go zones’-campagne uit 2010), kwam in de schaduw te staan van de conflicten in Cajamarca (Conga) en Cañaris. Desondanks blijven de geruchten dat het bedrijf zijn activiteiten terug zal hervatten, voor ongerustheid zorgen in de regio.
In september 2012 sloot de uitvoerder van de milieu-inspectie op de mijnbouwoperaties van de goudmijn Kori Kollo (nabij Oruro, Bolivia) haar drie jaar lopende onderzoek (kost: meer dan 1 miljoen dollar) af met een eindrapport. Het onderzoek werd aangevat na de sluiting van de mijn en als respons op een kleine duizend klachten over milieuvervuiling en gezondheidsproblemen vanuit de plattelandsgemeenschappen die in en rond de invloedszone van de mijn liggen. Het rapport heeft heel wat in beweging gezet.